De onderzoekende

• Hou contact met de zieke leerling. Zowel jezelf als de klasgenoten.  De leerling heeft nood aan communicatie en een luikje naar de realiteit.

​

•  Leer over de ziekte van het kind en welke gevolgen deze (kunnen) hebben.  

​

• Hou contact met ouders.  Luister naar hun noden en verlangens met als centraal punt het kind. 

​

• Vertel de klasgenoten voldoende informatie. Dit bespreek je met de ouders en het zieke kind.  

​

• Besteed voldoende tijd aan de emoties van de klasgenoten.  

​

•  Bespreek de situatie op discrete wijze met collega’s en ouders van klasgenoten.  

​

•  Zorg voor de nodige steun en solidariteit voor het kind. Hoe gaat het met hem op sociaal, emotioneel en onderwijsgericht vlak?  

​

• Als leerkracht van een zieke leerling kun je beroep doen op de pedagogisch begeleider of psychologe van het ziekenhuis. 

​

• Zorg bij het opstarten van onderwijs aan huis of in het ziekenhuis dat het geleidelijk aan is. We moeten weer een vaste structuur opbouwen. 

​

• Zorg voor een vast aanspreekpunt voor het kind. Op die manier is 1 iemand heel goed op de hoogte over de gevoelens van het kind en kan deze persoon er het beste op in spelen en aanpassingen teweeg brengen.